zaterdag 14 januari 2012

New York, New York!

Na een vlucht van ruim 8 uur met Uzbekistan Airways -want goedkoop-  bereikte ik  JFK airport. Tijdens de landing ging het toestel schudden en trillen en terwijl ik wonderwel heel kalm bleef en mijn paniekerige, gillende medepassagiers met een mengeling van afschuw (het waren stinkende russen, die inmiddels al 24 uur in de kist zaten) en medelijden gadesloeg, lukte het de piloot de eerste keer toch niet om te landen. We trokken ineens weer op, scheerden met de buik van het vliegtuig over de terminal en begonnen aan poging twee. Die lukte en na meer dan 2 uur in de rij bij de douane, ik denk dat Amerikanen een ontmoedigingsbeleid qua immigrerende Russen hanteert, liep ik de aankomsthal in.

Of ik 6 weken wilde passen op Hannah, mijn nichtje van 3, omdat mijn oom en tante in die ratrace daar gewoon moesten werken, natuurlijk. Het werd een vakantie om nooit te vergeten, ook omdat mijn familie een, op z’n zachtst gezegd, chaotisch leventje leidde, daar in New York. Mijn dagen vulden zich met het verkennen van de stad die inderdaad nooit slaapt, in tegenstelling tot mijn familie, die, als het even kon, pas rond 12 uur uit bed kroop. Als we ergens vroeg wilden zijn, moest ik mijn nichtje losweken van haar bed. Na twintig keer “hang on, Bean”, wat de charmante nickname is die ze nog altijd gebruikt, was ik het zat en zei dat ze er NU uit moest komen, waarop zij haar hoofd oprichtte, verontwaardigd “my head ’s out!” mompelde, terug plofte op haar kussen en verder sliep.

Ik zou bladzijden kunnen vullen, bijvoorbeeld over het eten. Ontbijt, lunch en diner waren versmolten tot een constant grazen uit een enorme koelkast, net als op TV. Je pulkte iets los uit de wanordelijke hoop doggy bags en grootverpakkingen, nam plaats op de bank, liefst hangend en begon ervan te, inderdaad, grazen. Mijn tante praat nog regelmatig met weemoed over die zomer, nu 20 jaar geleden, dat ik kóókte en dat ze, hoe bijzonder, aan táfel aten!

Regelmatig nam ik mijn nichtje en haar vriendinnetje Maggie mee ergens heen, waarbij we de kleine New Yorkertjes, als het ergens erg druk was, lieten zingen. “Sing girls!” zei ik dan. Ze kenden 3 regels uit Tomorrow, en zongen die uit volle borst urenlang door, verhaspeld zoals alleen driejarigen dat kunnen. Het leverde ons een ruime plek op het strand op, of wat bewegingsvrijheid in een drukke wachtrij voor het een of ander.

Toen  we het appartement verlieten om naar het Madurodam van New York te gaan, lag er een man op de stoep. In de dichtstbevolkste stad ter wereld, waar je altijd moet dringen, een taxi met minstens 5 anderen moet delen,  en je je ellebogen zelfs moet gebruiken om zoiets simpels als een pak melk te bemachtigen in een volgepropte supermarkt, was er deze keer niemand, ik herhaal, niemand in de buurt. Waarop ik dan maar hulpvaardig neerknielde en tegen de man begon te kletsen, dat is mijn handelsmerk en het heeft me al uit menig netelige situatie gered. Maar de ogen van deze man begonnen weg te draaien en ik probeerde me wanhopig te herinneren wat er in dat fris oranje boekje van de EHBO lessen stond over hartmassage of erger; beademen! Nee, nee, nee! Ja, dus. Nu ik er als eerste bij was, en in een vreemde pikorde anderen dus gevrijwaard waren van levensreddende taken, kwamen er ineens wel omstanders. Eentje bleef niet lafhartig toekijken, maar rukte het overhemd van de man open en vroeg wie er mond-op-mond-beademing kon toepassen. Hij zat zelf klaar in de hartmassage-houding, en keek om zich heen met een vragende, bijna wanhopige blik in zijn ogen. Het werd stil in New York , tot ik iemand “I can” hoorde zeggen. De woorden rolden uit mijn eigen mond zonder dat ik daar vooraf enige invloed op had kunnen uitoefenen, en ik deed wat er van me verwacht werd, verdwaasd neerknielend bij de man. Na 10 minuten van hartmassage afgewisseld met  beademing in een ritme dat mijn geheugen hardnekkig weigert op te slaan, kwam de ambulance en werd de man in vliegende vaart  naar het ziekenhuis gereden, inclusief gillende sirenes, zoals je dat hoort in een goede Amerikaanse politieserie, terwijl mijn nichtje op de achtergrond hoopvol  “tomorrow, tomorrow” bleef zingen. Tevergeefs.... No tomorrow for this guy.


2 opmerkingen:

  1. Vanmorgen nog zei ik tegen Frits dat ik zo'n zin heb in New York. Dat kwam door een prachtige foto die ik zag, hier: http://joannagoddard.blogspot.com/ En ondanks die dode guy van jou, wil ik nog steeds. Al was het tomorrow!

    BeantwoordenVerwijderen