zaterdag 4 februari 2012

En je doet normaal, pap!

Vanmorgen, terwijl ik lekker lang met Dick Swaab in bed lag, nee, niet lijfelijk, maar met zijn prachtige boek "Wij zijn ons brein", werd mijn sluimertoestand verstoord door een merel. Helaas niet door zijn gefluit of getrippel langs het slaapkamerraam, nee, mijn echtgenoot kwam glunderend binnen met een levende merel in zijn handen en vroeg grappend: "Hoe maken we 'm klaar?" Daarbij hield hij de merel heel dichtbij mijn gezicht, misschien dacht hij dat ik werkelijk interesse had en dat ik door het gedimde licht van onze wake-up light (zie dit stukje: klik!) de details niet goed kon zien. Nu ik het schrijf, denk ik dat het toch gevaarlijk is, dat bloggen van me. Het lezen van een eerder stukje (Vreemde vogel; klik!) heeft zijn liefde voor gevederde vriendjes weer hoog opgelaaid, maar dan in de verkeerde richting, wat mij betreft. Ons konijn huppelde geschrokken het tuinschuurtje uit, vertelde hij, omdat deze merel in dat schuurtje rondfladderde. "En hij liet zich zo pakken!" Alsof het dier in mijn echtgenoot zijn redder in nood had gevonden, waardoor hij toch ook niet anders kon dan het diertje oppakken en ermee naar de slaapkamer spoeden.
Straks gaan ze schaatsen, mijn gezin, lekker nostalgisch over het ijs zwieren, terwijl ik nog steeds het grootste gedeelte van de dag zittend doorbreng, ik wissel bank en fauteuil af met eettafel en bureaustoel, om mijn voet zo rustig moglijk te laten genezen van al het leed dat 'm is aangedaan.
Mijn liefste schaatste vroeger fanatiek bij de Limmer IJsclub. Als ik de verhalen moet geloven (en meestal als ik denk, hier moet een korrel zout bij, blijken ze toch waar te zijn, ik heb nou eenmaal een bijzonder type aan de haak geslagen) kwam hij snel, doch kotsend over de eindstreep. Alles wilde hij geven voor de overwinning, ook zijn ontbijt, lunch en diner, afhankelijk van het tijdstip van de wedstrijd.
"Kom op meiden, trek een broek aan, we gaan zo!" zei hij tegen de dames die nippend aan thee en limonade de laatste nieuwtje doornamen: "Ken jij die-en-die van de BSO?" "Wie bedoel je"? "Nou, ze ziet er een beetje uit als een... eh... monster!" "Wat dan"? "Nou, haar mond!" Dat werk.
Verstoord keken ze op en onze oudste fronste haar wenkbrauwen en zei: "Zo ga ik echt niet mee, pap." Ik kon haar geen ongelijk geven, mijn echtgenoot, die nog niet grappig genoeg was geweest, volgens hemzelf, was gehuld in zijn knalpaarse, glimmende strakke schaatspak, maar het meest glom zijn lach, breed van oor tot oor. "Waarom niet?"grijnsde hij. Waarop hij weer naar boven rende en gehuld in zijn tijgervel, ooit genaaid door zijn moeder voor een jungle party in zijn wilde tijden, weer naar beneden kwam. Ik verzin dit niet.
"Lekker warm" was het levendige commentaar van onze dochters, waarna ze zich in acceptabel schaatsgoed hulden en het huis verlieten, terwijl onze oudste nog waarschuwde: "En je doet normaal, pap!"
Tevergeefs, vrees ik.

1 opmerking:

  1. hihihihi ik zeg stuur die stukjes van je in... het is echt hylarisch leuk~!

    BeantwoordenVerwijderen