Als ik erg veel heb om over na te denken, dan vlucht ik graag in een berg wol. Heerlijk, mijn handen lijken vanzelf te weten wat ze moeten doen en zo denkend en handelend ontstaat er iets moois.
Ik liet me vooraf een beetje inspireren door viltwerken van Claudy Jongstra, bijvoorbeeld deze:
Ik legde de tafel vol met vlokken wol, en maakte zo een stevige achtergrond voor een groot viltwerk.
Ik begon met een enorm oppervlak: 1.50 x 0.75 meter!
Daarna koos ik mooie kleuren lontwol om mee aan de slag te gaan.
Op de vlokken legde ik nog een laag, maar dan verticaal. Zo krijg je mooi stevig en regelmatig vilt.
Heerlijk, zo vlokken trekken en ondertussen mijmeren.
En toen was het tijd om er iets op te leggen. Zoals ik al zei doen mijn handen dat meestal voor mij. Ideaal.
Daarna sprenkelde ik de boel nat. Er ging ruim 3 liter water overheen! Daarna drukte ik alles plat en viltte het aan door over een stuk bubbeltjesplastic, ingesmeerd met olijfzeep, te wrijven.
Het valt niet mee hoor, zo'n enorme natte kwetsbare lap bewerken. Na een uur van rollen, wrijven en kloppen was het al aardig stevig en heb ik de wasmachine de rest van het zware werk laten doen.
Ik heb het hele kunstwerk een kwartier in de wasmachine gekieperd, op 30 graden. Wel spannend, ik had het nooit eerder zo gedaan, en hoopte maar dat het niet zou sneuvelen. Het ging gelukkig goed.
Wol krimpt ongeveer eenderde, uiteindelijk werd het ongeveer 1.10 x 0.55 meter.
Het resultaat is helemaal naar mijn zin, mooi dik vilt met een prachtige structuur. Misschien ga ik er nog wat op stikken met m'n naaimachine. Maar misschien ook niet.
Hier komt het, want al die kast-achterkanten zijn natuurlijk geen gezicht in de bijkeuken.
Tot besluit gooi ik er een uitspraak van Andy Warhol tegenaan, want zo is het maar net: