woensdag 7 maart 2012

Klantenservice


fokenSuk

Misschien bestaan er mensen die aan hun keurig afgeruimde tafel gaan klaarzitten met pennen die het dan ook nog doen, genoeg blanco papier, registratienummers, klantenkaarten, hun laatste 5 adressen met bijbehorende postcodes en telefoonnummers, een enorme glimlach en kilo's geduld, maar bij mij ziet een telefoontje naar een willekeurige klantenservice er heel anders uit. Na een periode van langdurig uitstellen en tegelijkertijd steeds heviger aandringen van mijn echtgenoot besluit ik tijdens het uitruimen van de vaatwasser en het wegwerken van de was-Mount Everest te bellen, sla ik meteen een aantal spreekwoordelijke vliegen in een klap denk ik dan. Met de telefoon tussen oor en schouder geklemd worstel ik me door een eindeloos keuzemenu heen, wanneer ze mijn bh-maat en seksuele voorkeur zouden vragen zou het me niet eens opvallen tussen het enorme scala aan keuzemogelijkheden door dat me dichter bij de desbetreffende medewerkster moet brengen. Was dat maar waar.
Degene die mij te woord zou moeten staan is op vakantie, ontslagen, heeft een begrafenis of trouwerij, of in een enkel vreemd geval misschien wel allebei op dezelfde dag, of ligt zich kreunend te verstoppen in de kelder van het gebouw, waar hij of zij heimelijk een hartstochtelijke relatie onderhoudt met de enige andere medewerker die mij verder zou kunnen helpen. Soms krijg ik tot mijn stomme verbazing wel contact en worden mij, nadat ik het hele huis heb doorgespit naar het referentienummer en de factuurdatum, goede dingen beloofd, missende facturen zullen vandaag nog opgestuurd worden, bijvoorbeeld, of het teveel betaalde bedrag zal aan het eind van deze week op mijn rekening staan. Van schrik laat ik mijn servies uit mijn handen kletteren en de strijkbout op mijn lievelingsrokje staan en begin de persoon aan de andere kant uitbundig te bedanken, eindelijk iemand die zijn vak verstaat, hoera!
Helaas blijkt, na weer een zware oefening in geduld, dat de factuur maar niet op de mat valt en dat het bedrag per abuis niet bij- maar afgeschreven wordt.
Ik bel wel weer als ik over een tijdje de ramen ga lappen, dat is toch ook verloren tijd.

zaterdag 3 maart 2012

Palindroom


Het is een tijdje geleden begonnen, misschien toen onze oudste in groep 3 zat en zo verbluffend snel leerde lezen dat wij een moeilijkheidsgraad inbouwden: achterstevoren. Menige plaatsnaam werd op de snelweg razendsnel omgedraaid, wat nog niet meeviel, probeer Bovenkarspel maar eens. Inmiddels wordt er bij ons aan tafel niet meer vreemd opgekeken als er opeens “mag ik de klem” klinkt, alleen mee-eters trekken hun wenkbrauwen nog wel eens op. Het doet me denken aan mijn basisschooltijd, bij mij in de klas deden we het op een dag ook opeens allemaal, net als knikkeren, daarvan weet je ook nooit precies waar het vandaan komt. We waren allemaal jaloers op Onno, wiens naam niet veranderde in een vreemd onuitspreekbaar woord en gek genoeg is dat ook het enige dat ik me van hem kan herinneren.

We zaten van de week met het hele gezin voor de televisie, waarop te zien was hoe de slechteriken zoals dat in een goeie film hoort deze keer écht leken te winnen. Terwijl onze blondies alleen nog maar tussen hun vingers door verder durfden te kijken naar de vechtpartij tussen de slechte tweeling en de goeie Krokodillenbende, was daar een onvervalste.

 “Haha, net goed, recht op zijn lemeip!” sprak onze oudste tevreden giechelend.